Beoordeling re-integratie en WIA keuring

Het UWV beoordeelt of de werkgever en werknemer genoeg heeft gedaan om weer aan het werk te gaan. Het re-integratieverslag vormt de basis van deze beoordeling.

Als naar het oordeel van het UWV de werkgever niet genoeg heeft gedaan aan de re-integratie, dan moet het loon maximaal 1 jaar langer worden doorbetaald.

Als er wel genoeg is gedaan aan re-integratie, dan gaat het UWV de WIA-aanvraag beoordelen, dit is de zogenoemde WIA keuring.

WIA keuring

Het UWV nodigt de werknemer uit voor een gesprek met een verzekeringsarts. Daarna volgt mogelijk een uitnodiging voor een gesprek met een arbeidsdeskundige.

Deze twee gesprekken zijn bedoeld om de mate van arbeidsongeschiktheid te beoordelen. Dat houdt in dat er op grond van de gesprekken bepaald wordt wat de werknemer op basis van de beperkingen kan verdienen. Dat vergelijken ze met het inkomen wat de werknemer had voor aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Het verschil in inkomen bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage. Is het verschil kleiner dan 35% dan krijgt de werknemer geen WIA-uitkering.

WIA-uitkering

Welke WIA-uitkering de werknemer krijgt, hangt af van de vraag hoeveel de werknemer nog kan werken. Er zijn 2 WIA-uitkeringen: de WGA-uitkering en de IVA-uitkering.

WGA of IVA

De volgende situaties bepalen welke uitkering de werknemer krijgt:

• Een WGA-uitkering als de werknemer minstens 35%, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt is.

• Een WGA-uitkering als de werknemer minstens 80% arbeidsongeschikt is. Maar er moet wel een redelijke kans op herstel zijn. Er is dus sprake van tijdelijke arbeidsongeschiktheid.

• Een IVA-uitkering als de werknemer 80% arbeidsongeschikt is en er weinig of geen kans is op herstel.